Mijn troubadour, mijn heraut, de zon,
geestdriftig krijger voor de deugd
en louter vreugd van velen, zuiverheid
als pas gedorst graan, jeugdigheid
uit de simpele eenvoud van het hart,
een verlosser en boodschapper
tegelijk, te zaaien om te oogsten, een
verlossende maaier in een wervelende
show van purper stralen, in een oceaan
van hoop…
De striemende wind
Splijt mijn brein
Ratio in de lucht
Gedachten op wolken
Isothermen als wichelroede
Doezelend op de thermiek
Van mijn gevoel
Regen geselt het sentiment
De huid doorweekt
Infiltratie tot het skelet
De diepste krenking
Letselschade
Afbrokkelende koraalbank
Zon aan de hemel
Aarzelende oogopslag
Stramme ledematen…
Mijn troubadour, mijn heraut, de zon,
geestdriftig krijger voor de deugd
en louter vreugd voor velen, zuiver
als het pas gedorste graan, jeugdigheid
uit de eenvoud van het hart, een
verlosser en de boodschapper tegelijk
van de oogsten zover men ziet,
verlossend maaier in een wervelende
show van stralen, in een oceaan van
hoop, de ogen…
Een Stille Zaterdag in Leuven
Met op De Oude Markt het gonzen
Van de toeristen, louter sponzen
Het streekbier schuimt er in de sleuven
Student, gezin en Koeienschieter
Bevolken in april terrassen
En het is veel te warm voor jassen
Hoe koel is dan toch de Sint-Pieter
Door ’t Groot Begijnhof bruist de Dijle
Aan het stadhuis prijkt beeldhouwwerk…
droeg je
Aan je takken hing onze schommel
Bliksem en ziekte bleven je bespaard
Je viel niet ten prooi aan ontbossing
Bijl en kettingzaag velden wel verwanten
Die dienst deden als haardblok en boot
Kruishout, huis, meubel, pulp, sculptuur
Wieg en kist voor na de dood
Elke herfst sterft je blad en iedere lente
Herrijst het; een magische resurrectie…