Sjeng vond het fijn een bokkenrijder te zijn.
Al dat geld in Sjeng zijn hand
werd in een herberg goed besteed;
hij feestte als een heer van stand
die altijd goede spijzen eet
en van fijne wijnen weet.
Op het hoogtepunt van dit festijn
slaakte Sjeng de hartekreet:
“Wat is het toch fijn een bokkenrijder te zijn.”…
Ooit zag ik onze tennissterren stralen,
Maar langzaamaan verbleekt de laatste glans:
Als Nederlander heb je weinig kans
In toptoernooien ronde twee te halen.
En als het al eens lukt, dan is dat boffen.
Dan heb je eerst een landgenoot getroffen.…