Ik lig op de bank,
Verveel me dood.
Dan baart de spermabank
Weer zorgen in mijn hoofd.
Het risico blijft groot
Zoals de dank.
De nood is hoog
Het aanbod slank.
Loopt hij mank?
Wordt hij joods?
Is hij blank?
Of toch rood?
Ligt hij op schoot
Warm bij Frank,
Die overspelend voost
Ondanks gejank?
Word je bang
Blijf je het ook?…
De Haagse spermadonor is berucht,
Als tijdverdrijf heeft hij ervoor gekozen,
Zijn zaad waar, en bij wie dan ook te lozen,
Waardoor zeshonderd vrouwen zijn bevrucht.
Hij stopt, maar hij kan wel van alles zeggen;
’t Is beter om een knoop erin te leggen.…
Al zei mijn moeder niets van u te willen
Behalve driekwart jaar het vruchtgebruik
Van een klein kwakje sperma in haar buik
Dat u waarschijnlijk toch maar zou verspillen,
Ik ben en blijf uw kind in elk geval, pa
En dank daarnaast mijn leven ook aan Talpa.…
Ik was een kampioen in rietjes vullen
Ze stonden voor mijn zaadjes in de rij
Zo trok ik er een mooi zakcentje bij
Maar hoor nu Wieke Paulusma eens lullen
Mijn zaakje gaat door haar vast naar de kloten
Al is mijn teelvocht vers en onbespoten…