al die Ukelelisten
op de Ukelele
wanen zich virtuoos
nee dan de Mandolinisten
onder de azuren
sterrenhemel van Nicosia
alwaar zij klinken
in de nacht
maar zo bescheiden
en zó zacht
dat je het nauwelijks
verwacht…
de ukelele lalaat lustig
verleidelijke lambada’s
in zinderende zomernachten
hahahawaiaanse schonen
heupwiegen hitsig hijgend
rond zijn besnaarde leest
krioelen kronkelend om
het springende beest tot hij
kreunend de aftocht sjeest
poëzie pure…
opengebroken kweepeer
de lucht als een kind
z'n ballon
hoog boven het water
Onder de parasols
als gestreept snoepgoed
mieren van mensen
en de gulle lach van de baai
heeft gouden tanden
Kind met het gele emmertje
en de vergeten vlecht
je mond is zowaar een klokje
de kleine huig de kleine klepel
Jij bespeelt de zon de hele dag
als een ukelele…