We zijn verbonden met visdraad
Er valt niets te zien tot het licht erop schijnt
Een glinstering
Een flikkering
Als je goed kijkt zie je de striemen
Ze snijden in ons vlees
Bloed vloeit
Als we ons niet snel losmaken
Maar het knoopje zit te strak
Om ons lijf
Losknippen is zinloos
Vuur smelt de twee uiteinden
Altijd weer aan elkaar…
Mijn ogen vallen in het rose
en zo te zien aan jouw zachte haar van vroeger
moet ik jou hebben herschapen
de koffie verkeerd staat op
en rats
aangebrand
je gouden teller ik hoor hem nog
het afscheid van je nonchalance
je ogen op stokjes
ze bevallen mij nog
maar de macht is er af
terwijl ik vast zit aan de beek
en sterf met mijn visdraad…