Zinnen, geef mij je woorden
terug, als gelooide huid over
vel en been, als een lege
slaapzak op mijn rug, om
inzichtelijk te worden
opgeslagen blijven witte
bladen blanco als voorheen,
blindheid van het woord, het
wordt je aangepraat misschien,
dat ik de inhoud nog niet
zie en ik me op de private
tekst verlaat, in de maat
der poëzie…
Als woorden in hun poging
om iets uit te drukken
struikelen
in een volzin die wel loopt
maar plotseling ontspoort
- cerebrale kortsluiting
verstoring van fonemen
verhaspelde vocalen
gutturalen en nasalen
verkeerd retour verzonden
op het schaakbord
van het brein -
staken stemmen
stokken woorden
in unieke samenloop…
eh, ik zou het eigenlijk niet
weten, niets rijmt op twaalf
ik heb er ook weinig trek in
we leven in maand dertien
na de stilte volgt een moeilijk
gesprek, over van alles wat
behalve de kern van de zaak
daarmee hebben we het gehad
ik richt mij woordblind tot u
er is nog een lange weg te gaan
ongeëffend over ongerijmd
u bent moeilijk…
Jij weet mij steeds te raken
met een woord of een gebaar
nooit zul jij verzaken
het spel is nog niet klaar
Jij wandelt door mijn leven
raakt weer een letter aan
steelt wat ik had te geven
woordblind bij mij vandaan
Jij grote onbekende
beroert toetsen ongevraagd
waar woorden ooit verwenden
worden zinnen nu belaagd
Met simpele nonchalance…
ogen en oren
koloniseren gewetenloos
de lamme hersenen
beheren strategisch
spraakkunst en bloedsomloop
parallellen van prikkels
golven door het lijf
triomferen jubelend
zwaar toegetakeld
mijn ware wezen van weleer
vertwijfeld en verbijsterd
zo gaat de waarheid
van filosofen en tirannen
genadeloos ter ziele
aan een gevorderde vorm
van woordblindheid…
niet alles lezen
wat er staat
niet alles schrijven
zodat je onbewust
ruimte open laat – voor fantasie
je niet al te duidelijk
tot de lezer richten
een gebrek?
Of een opstap voor het genie
of een door god gegeven reden
voor een enkeling
om zich creatief te uiten
soms in ondoorgrondelijke
gedichten…