Een aadlaar streeft steeds naar het licht,
Geen berg is hem te hoog;
Streef, kindren! zo naar eer en plicht,
Houd steeds het oog op God gericht,
En houd Zijn wet in 't oog!…
De aan 't burgerbloed gemeste haan,
Die 't strijdblazoen van Lodewijk,
Verscheurde en trapte in 't bloedig slijk,
Verwekt, hoe luid hij kraaien moog,
Met trotse kam en vlammend oog,
In 't hart van d'oude Held geen vrees,
Die d'aadlaar eens de aftocht wees;
En, die de blanke bajonet,
Verkoos voor 't klaatren van 't musket;
En…