Hij hield zich sterk, want hij was
doorzichtig,
kon de waarheid achterhouden.
Hij beet op zijn lip en kwam naar zijn toeverlaat.
Stoer deed hij zijn verhaal
traantjes rolden over zijn wangen,
mama veegde ze weer weg.
Zo was hij weer doorzichtig,
en kon de waarheid achterhouden.…
Eer maakt men lakens wit met inkt,
Eer spreekt men schaak met bezemstelen,
Eer vindt men nog een roos die stinkt,
Eer ruilt men stenen voor juwelen,
Eer breekt men ijzer met zijn handen,
Eer zal men stijgen in valleien,
Eer legt en een garnaal aan banden,
Eer leert men geiten kousen breien,
Eer plant men bomen op de weg,
Eer zal men kakken…