Reeds was in haar het afscheidnemen
Begonnen tussen haar hart en het kind,
Misschien zou ze in 't licht als een vreemde
Aanschouwen, die ze in 't donker had bemind.
Zij dacht aan het wonder, dat ze open
Zou wezen en wijd voor leven en dood.
Zij bewoog zich niet meer; maar haar hopen
Op het kind en God was één en was groot.…
En menigeen en een en een
Van homogeen naar molensteen
Eerst vrij en blij dan zij aan zij
Een eendenei en weer een ei en
Dan nog een en dan alleen
Van luchtkasteel naar groen en geel
Van zielsveel naar pikhouweel
Meestentijd steeds weer strijd
Van sluitertijd naar eenzaamheid
Machtssystemen afscheidnemen
Van lief naar leed naar hartenkreet…
ik zag kastelen
op het water
kaboutermensen
puntmutsten hun groet
het zag er zwart
van afscheidnemend velen
meeuwen krijsten
schor hun groet
water sloeg in deining
terug met golven
hoofden braken ze
maar argeloze voeten
werden nat bedolven
met een laatst
signaal de haven uit
de zee draagt langs
de pieren het kleiner…
een afscheidnemende jongen, ongelijkheid.
Wapperende blonde haren.
een snelle cabrio, ongelijkheid.
Twee sloffende schoen paren.
een eenzame zwerver, ongelijkheid.…
De wereld aan te zien, welvarend nog en krachtig,
Maar met een afscheidnemend oog,
De zeventig voorbij, in 't opgaan naar de tachtig,
Een leefkring die, uit veel, een enkle slechts voltoog;
Omstuwd van een geslacht, mij over 't hoofd gewassen,
Meest door een andre geest dan mij vervult bestierd;
Op stelsels prat, die slecht bij wat ik…
De laatste levensglans lag over hem
In afscheidnemen en ontzeggen moeten
Van kleine vreugden, die het leven zoeten,
En iets gebrokens in gebaar en stem.…