de dagen slijt hij in een ver verleden
omgeven door stellages met papier
verborgen in een lusthof vol vertier
z’n godentuin kent geen erfdienstbaarheden
het later komt aan hem voorbijgeschreden
in teksten nog geschreven met de hand
wat vroeger was herhaalt zich haast gênant
de nieuwste paden zijn reeds lang betreden
wat is het leven meer…
Thuishaven van de geest
Van oude pijn de archivaris
Oogluikende streler
Stil of spreekbuis van verlangen
Drager van een hazenhart
Witwasser van blinde vlekken
In deze tempel zonder godheid
Buig ik diep voor jouw wijsheid…
Mijn portret lijkt uitgestreken
Fijnbesnaard doch dun gestoffeerd
Volks ontaard en doorgeleerd
Voortdurend getoetst en vergeleken
Ontsnapt aan mijn bibliothecaris
Nergens onbekend gegrond
Nooit volledig afgerond
voorbij bevrijder en archivaris
Een mysterieuze betekenis is
Bij toeval geheim te houden
Wat het woord vermag
Wanneer ik mij…
'Je maakt, met al je albums op de grond
Een chaos van je levensinventaris
Je lijkt wel een halfdronken archivaris
Een puinhoop,' zei ze, 'nee da's niet gezond...'
Ik weet niet, zei ik, of het iets voor haar is
Doen mijn verborgen wensen er wel toe
Zij wil niet weten wat ik zoal doe
Als man die haar verzorgt maar liever daar is
Ze vroeg…
In mijn koperen geheugen
rent de archivaris rond,
zoekt naar waarheid, desnoods leugen,
labels liggen op de grond.
Kasten worden omgestoten,
grijze schimmel vreet het woord
dozen zijn voorgoed gesloten
niets is meer zoals het hoort.…