Ik greep mijn zakdoek
om mijn bedampte brillenglazen
schoon te vegen.
Maar toen was het jongetje
reeds bijna geheel opgenomen
in een mistbank plots opgekomen
over de weiden tegen Postel aan.
Zijn stem bereikte echter
ongeschonden mijn trommelvliezen.
"Die ben ik ook!" riep ie.…
de opgetrokken dijen
van de bloemen hun rokken vallen druipend open
een deining van kleuren valt in de lucht en spreidt zich
trillend lossen de strikken om de einder de grassen
ontvouwen zich tot vers gesteven weiden
En de horizon schuift uit elkaar
van het blazen de warme adem
wenkt de gordijnen opzij
mensen vegen vensters
door de bedampte…