Sjeng leek het fijn een bokkenrijder te zijn.
Die nacht, een boerderij in brand,
overvallen door bokkenrijders, wreed
maakten ze de bewoners van kant.
Toen hun hoofdman de geldkist opendeed
slaakte de bende een vreugdekreet:
elk van hen bezat menig gulden florijn
toen hij later naar huis toe reed.…
Als veldheer van mijn vlakke land
verschool ik mij in bramen
en zag ik niet
hoe onverwacht
de dienders van mijn nageslacht
in sporen van een nieuwe nacht
als bokkenrijders kwamen
Ik wachtte in mijn ongeduld
de nacht af in mijn dralen
en zag ik niet
hoe ochtendlicht
de nevels dreef in vergezicht
waar spoken kwamen om gericht
mijn schaduw…
overschot te ontdoen
Op het kerkhof in zak en as
Waarna het met de helm geboren kind
Ongeveer rond vaders' derde pint
Alsnog in zijn sigarenkist wist te wenen
En de Antwerpse schelm zich inenen
Uitriep tot een onstuimige Vandersteen
Die met zijn kersepittenschietende deugnieten
Op het van Stuivenbergplein van toen
Als onverschrokken bokkenrijders…