Miserere lacrimarum ejus
netgedicht
Meneer Jeronimo waakt bij oom Juan. Ooms adem stokt zo nu en dan en komt weer reutelend als een oude auto op gang. Zijn ogen blijven gesloten. Jeronimo ziet grimassen op dat uitgeteerde gezicht voorbijtrekken. Heeft hij pijn, droomt hij? In arren moede zingt hij maar een psalm uit Juans refotijd toen hij nog Jan heette: zelfs vindt de mus een huis…