Het dodeneiland
poëzie
Geen ankerplaats, geen monding van een beek.
De sloep bleef steken in een modderkreek.
De bossen dorren, leven op vergane
Uit eigen vroeger loof gevallen blaren.
Hun takken storten afgestorven bomen
In beddingen van uitgedroogde stromen,
Waar de oevers uit gebleekte beendren steken,
Die bij een windvlaag (of bij 't langsgaan) breken.…