ze staat in diepe
gedachten verzonken
te kijken, in 't gras
op de heuvel
blik gericht op kudde
schapen en een rappe
zwart witte hond die
de schapen kundig bijeendrijft
terwijl regendruppels
haar stilaan doorweken
haren plakkerig kleven
aan haar hoofd
blijft ze in de regen staan
als verdoofd
raakt kennelijk op 't tafereel…
een grijze vogel vliegt
verschrikt op
een jonge man schrijft
zijn geliefde
liggend in het gras
hij is ver van haar
geluk huilt in zijn
dromen
toekomst ligt in het
verschiet
nog even geduld
het wolkendek trekt dicht
donker, dreigend…
de jonge man deert het
niet
hij denkt aan haar
voordat de regenbui hem
zal doorweken…
Tegenwind waait woeste vlagen
dikke spetters spatten uit elkaar
miljoenen druppels, vochtig, klaar
proberen mij naar zee te dragen
Striemkracht wakkert regenslagen
gesmolten kristallen, ijzig zwaar
ze doorweken vlot, ik, zoutpilaar
die niet in staat is, heeft te klagen
Het lijkt of ik me expres laat plagen
door de kille storm waarin ik…
ik laat de regen mij doorweken, storm verwart me
veegt met koude vingers het haar uit mijn gezicht
in mijn adem woont de rust van voorbije dagen
onzichtbaar, omdat de ramen niet beslaan vandaag
ogen wijd open en gedachten gespitst op de verte
de nacht versloeg mij niet, ze is een bondgenoot
gaat niet voorbij want schemerhanden strelen nog
heel…
Zo troon je vroom
hoe kouwe wind je striemt,
jouw leven trillend breken zal,
je neerhalen,
de regen je taaie huid doorweken zal.
Je j’ over donk’re aarde erbarmen
en haar warmen zal.…
rond mijn hart het web van loze woorden
valse bescherming tegen alle waarheden
die zich onweerlegbaar van mij afkeren
waar lede ogen dwingen tot terugtrekking
nog voor het startschot klonk, het is oneerlijk
al wordt geen verzet geboden in losse zinnen
het vindt mij eerder dan ik mij verbergen kan
losgebarsten regenbuien doorweken het papier…