Je bent nog maar een vormpje
in golvend grijzig zwart,
een klein wit stipje
toont ons je kloppend hart,
‘k bespeur in wie ik in mij droeg
en die jouw moeder wordt
een vleugelspreidend oergevoel
voor wie zich in haar vormt.
Er welt in ons een vreugdegolf,
een omahart in bloei,
door Zijn genadig Vaderhart
beleven wij jouw groei.…
Op een mooie pinksterdag
komt ze stralend thuis,
wat ik in haar ogen lees
als zij ons iets te zeggen heeft
brengt vreugde in ons huis.
Kind wat ben ik blij dat na het wachten
nu je hoop echt leven mag,
‘t is de mooiste pinksterdag
huil ik met een lach.
Dan laat zij de foto zien,
golven grijzig wit
tonen ons een stippellijn,
contouren…
Lief kleinkindje,
in grijs kom je aan ’t licht,
wat heb je een mooi neusje,
het vormt al je gezicht,
je houdt je kleine handjes
al vrolijk iets omhoog,
je babyborstje licht wit op
en vormt een halve boog,
rondom je hoofd schittert een gloed
van schijnsel als een krans,
o lieve schat wat is dit mooi,
ik koester jou met glans
en kijk verlangend…
Golvende geluiden
weerkaatsen jouw vorm
Geheime wolkenspiegel,
-nevelleven-
drijvend langs verre verten,
nog niet hier,
ben je echoënd licht.
Jouw lichaampje
spiegelt wolken,
weerkaatst licht,
beweegt volop in voedend water,
eerste teken van leven.
Klein kindje....…