't Was op een eetfestijn.
De vreter vrat zich rond
aan spullen van de slager
en riep met volle mond:
'M'n God, wat ben je mager!'
Sindsdien is hij geen vreter
Hij valt nu langzaam af.
Bij God gaat alles beter,
zo leest men op z'n graf.…
Verwarming aan de lijn,
dag eetfestijn;
centjes nog eens geteld,
miserierijk en
ellendig vroeg naar bed!
En ik,
ik denk alleen,
alleen maar aan,
ik, ik, ik!…