kwetsbaar hun droom
doorprikt als vrucht
water gluiperig gen
toevallig verdwenen
tijdloos gevangen
liefde nu ver weg
noch fout noch goed
stop leven ga dood
prille prematuurtje
voorwaardelijk verstoten
of slechts cellenhoop
toekomstleeg gewist
wrange vervreemding
versteent zij die
nu in vragen verloren
ze straks ook doden…
de zon draait haar ellips
in een transpirerende ruimte
en het veld golft
in vermoeide cadans
vee herkauwt schaamteloos
de dag
voorbij een horizon
verjaagt een anonieme hond
het geluidloos uur en schaduwen
strekken zich lui
van boom naar boom
waar vogels schuilen die zien
hoe de avond het vuur
vergeet
dan sluit ik de vensters
ga…
kan het zijn,
dat van Genesis af
het parabolisch Verhaal,
de Ellips der Geschiedenis -
tot het vuur van de Apocalyps
de laatste beelden verbrandt,
de luchter, het boek en het lam -
niets anders is
dan het vluchtige spiegelbeeld
van mijn slaap, tussen dromen verdeeld?'…
toen jij geboren werd verscheen er
in die dag een licht, heel zacht, heel teer
geglansd langs randen van geluk werd
mijn moederschap mooier
hoe moeilijk je soms was
hoe lief
je speelde blindelings op het trottoir; zo zeker
ondanks de ingeknotte grief
in half geloken ogen
binnen de ellips van een wereld die onzeker was
vond ik jouw…
van al oktober een gedroomde missie
kruist door een sfeer die wij de onze
genoemd hebben in het gebruik van
de tijd dun verlengd met kale takken
het verloop van een dag zou stoppen
bij de traag schokkende overgang van
licht naar schemer zoals wij die half
verdoofd kennen door het gewoon
horten van de wijzer op de horlogeplaat
maar de ellips…
moeilijk ademhalen voor
berouw wat in de schaduw voortleeft,
wat recht geeft aan volstrekte
zinloosheid en daaruit haar zin
ontleent, zelf de navelstreng
door te knippen tussen de
geboorte tot op dat moment te
kiezen als de rek eruit lijkt,
de grip niet te verliezen waaraan
ik was gehecht, maar los te
laten in een gewichtloze
ellips…
Allez, malenka aquarel
bezing het licht der zonnebaan
de solarplexus zonnevlek
ellips der aequatoriale
vederlichtheid der humaine condition van 't tien dizaines
broos en vluchtig mensbestaan
In 't onderzonse ondermaans
waar zomerzot en zomertaling
's winters koning winter paaien
in de lente lissen laaien
met trompet en narcissen…