Licht geklingel hoorde ik vannacht,
en nee de kerstman heeft me niks gebracht,
dat hoeft ook nie-
het is nog steeds ondanks overdaad, recessie!
Dag kerstman!…
die lekker geklingel
van geld uit die slotmasjien,
laat my vingerlekker
brood eet met margarien.
Dit was gister. Vandag
het ek weer gaan dobbel,
voer nou varkkos op boer
se plaas, met ‘n skoffel.…
het zacht geklingel
van de schapenbellen
luidt de avond in
warm vindt
wol elkaar en
blaat een welterusten
de herder
kerft zijn staf voordat
hij ook gaat slapen
hij weet zich deel
van het kerstavondritueel
een mooie nacht vol sterren wacht
tot een helder licht verschijnt
ruimteschroot dat nu
in vuur en vlam verdwijnt…
kleine bel naast de deur
met sierlijk ijzeren gekrul
nodigt uit, ze smeekt
haar geklingel te wekken
op verweerde vensterbank
staart een gebarsten pot
vuurrood van haar hete doop
naar een zwarte iris oprecht
in haar buik geplant
met een geluidloze zwaai
offert een bloemblad zich op
voor de doorkomst van bezoek
donkere fluwelen streling…
contracteert deze bedoening
in een mysterieus orakel
hun handen spreken met vork en luifel
terwijl hun ogen zwijgen over
de lekkernijen die zijn gebiologeerd
in het groen van een waarlijk bestaan
wie kent wie aan deze tafel, al
is het wit van uniform het beslag
op het te droge brood, de eerste spreker
verslikt zich in herinnering en daad
het geklingel…