Er is een volk dat ‘s zondags hoeden draagt
‘s Nachts komt de dood hun kamer ingeslopen
Bedremmeld voor de troon wordt ‘wie zijt gij?’ van ze gevraagd
Een wolk van somber zwijgen hangt de zware tongen open
Blootshoofds iets getuigen van een noeste drang naar zwart
Afkeer van de luiheid en een eerlijk oog naar boven
Faro’s volk een enakskind…
De doodsklok galmt met doffe slagen,
een naar gelui, dat dorp en gouw
de droeve mare melden zou:
een dode wordt ter kerk gedragen.
Traag volgt de stoet van vriend en magen,
in 't zwart gekleed, de ziel vol rouw
om hem die heenging, plichtgetrouw
des levens last droeg en zijn plagen.…
-----Het gelui der klokken vulde, mét de regen,
-----de smalle straten en de pleintjes.
-----Mannen met gezichten als van Albrecht Dürer
-----liepen voorbij; hun baarden hielden
-----de druppels vast als struikgewas.…
Op hoogtijdagen hoef je niet
te vragen welk geluid in brons
gegoten machtig het stadscentrum
van Utrecht domineert; het zijn dan
de handen van het Utrechtse Klokken-
luiders Gilde die met een traditioneel
gelui een luisterrijke Europese grootmacht
in 14 bronzen klokken aan de stadsbevolking
presenteert.…
Gelukkig reed ik met de fiets en kon het heel goed horen,
terwijl de mensen rond de kerk, zich aan 't gelui soms storen.
Op 't mooi geslepen pleintje, stond er een zwarte wagen,
verder was er weinig verschil, met andere zaterdagen.…
Peilde onze diepe veiligheid,
Aan 't tuig 't gelui der zuivre klok?
Opeens doorvoer 't mij met een schok:
Dit is des Heeren heiligheid.
Want roerloos, boven en beneê,
Stond 't ijle licht, dat schrikt noch blindt,
En 'k werd zo rustig, of 'k weer, kind,
Op moeders schoot de slaap in gleê.
Wij spraken weinig en verstrooid.…