De humorist
poëzie
’t Is een Graecus, ’t is een Piet – maar
Ongelooflijk dom en droog.
’k Moest de Vijfde laten glijden,
Daar ’k met hem mijn rust verloor,
Want op ongelegen tijden
Las hij me altijd verzen voor.
En de Zesde, jong bedorven –
Zwakke ziel en grote geest –
Is, mijn ziele schreit – gestorven!
Maar een ander zegt, gesjeesd.…