Toen de geleerde diep onder het gras
Een graf ontdekt had bij Jerusalem
Was het meteen al duidelijk voor hem
Dat dit de rustplaats van Herodes was.
Dat leidde hij als bijbelkenner af
Uit het nabije kindermassagraf.…
De grafdelver grinnikt:
‘Je gelooft het niet
maar het is me inderdaad
bijna een keer gebeurd,
ik graaf altijd voor een ander
maar niet getreurd
ooit zal een ander
er eentje voor mij graven.’…
Er zijn beeldhouwers
die herinneringen hakken
uit wind en heimwee
omdat het trauma
probeert te ontsnappen
en grafdelvers ongeschonden
met het gelaat in de wind
die dromen laten ontglippen
in zwijgen zonder horizon
er zijn steeds grenzen
te verkennen
maar jouw zielsverwantschap
raakt mij
tot in de kelders van mijn hart.…
achter het mijne
ligt jouw stilzwijgen
dat in niets verdwijnt
ik zou gebleven zijn
van binnenuit
misschien vreemd lachen
naar het requiem
op je lippen
en naar de korte slaap
van de late grafdelver
in ebben zwart
maar het wenken van de wind
laat mij dodelijk bewegen;
het lichaam vol
in hongerdagen van
bestreden besef…
orkaankracht, die nachtelijke storm
al ontelbare jaren zieltoog ik gelaten
boegogen gericht op het land
half verzakt in zwaarmoedig zand
grafdelver klus gestaakt, voortijdig
steigerend nog over kokende golven
sloeg het rijkvergaarde overboord
aan xenofobe kust kon torenlichtsnoer
de stranding niet verhoeden
evenmin geroutineerde boots…
De grafdelver kende jouw gevoelens
voor mij, jouw vrije held uit Havana
Hij belde me en gaf het adres
van het mortuarium waar je lag
Ik heb je gekust, jouw voorhoofd
dat ijskoud gloeide op mijn lippen
ik kuste de hand op jouw buik
en ook je witte schoenen, nee
ik kon geen afscheid nemen
Ach María, je liep de rivier in
waar je van liefde…