op de zee een oosterzon
lichtzinnig duiken gitten golven onder
hun schuim door in de keel, daar valt het water
stil en grondt de diepte
--------------------------
uit: 'Grondzee', 2001.…
de nacht was kort en
ik overdacht mijn kwetsuren
dewelke ik onderga als
een verre overzeese reis
het deren bedaart inwijle
de morgen nadert en buitenvenstert
het gezang uit zuiver
bedachtzame kelen
nog voor even heb ik de grillen
van de leugens in bedwang, maar
ik weet mij dat spoedig de wereld
zoals een grondzee mij zal overspoelen…
gerafelde
veters onnavolgbaar
de tijd met zoete elementen
het Wad besmeurt met ons
vermaak, bekostigt met
het loon dat ons nu toekomt
watert zich in zoute tranen
en containert sprakeloos
van strand tot duin van kwelder
tot aan dijk en bodemt dieper
dan het leven dat zich nu geeft
hoe verwondt de mens
zijn kansen wanneer storm
de grondzee…
het voedt de woorden in mijn mond,
beweegt als een kadaster uitgemeten
van hoek naar hoek, de lens bespiedt
mijn lichaam en leunt op het trefpunt
waar het stigma lange zinnen schrijft
het huis wervelt in een dictee waar een
teveel aan grammatica de bosvruchten
beschrijft als goddeloze pionnen en valwinden
mij raken tot aan de grondzee…
Toen kwam er die grondzee en was het gedaan:
Het groot spant dat had het begeven.
Hun Texel Twee, die ouwe trouwe botter,
hij ging teloor op tien mijl uit het strand.
Geen visserman verloor goddank het leven,
De ~Dorus Rijkers~ bracht ze veilig aan de kant.…