Ach Here de vrijheid
klatergouden geschenk
dat de liefste mij geeft als hij gaat
Ach Here,
dat droef sieraad.
Hij hangt het mij jubelend
over 't strenge kleed, en - ik lach
met de lach die de mondhoeken slijt
neem gij mij dat strassen*-lawijt*
van de fiere troon van de hals
ach Here de vrijheid
zo vals.
Want hij hield mij zingend omhoog…
Ach Here de vrijheid
klatergouden geschenk
dat de liefste mij geeft als hij gaat,
ach Here
dat droef sieraad.
Hij hangt het mij juublend
over 't strenge kleed en - ik lach -
met de lach die de mondhoeken slijt -
neemt gij dat strassen-lawijt
van de fiere troon van de hals,
ach Here, de vrijheid
zo vals.
Want hij tilt mij zingend omhoog…
Alvorens ze aarzelend fluisterde “ja”
verschikte ze nog even iets aan haar decolleté
zodat, terwijl zij steunde op haar elleboog,
de vingers van haar slanke, fijne hand
langoureus-weemoedig
de kralen van haar halssnoer
nauwelijks raakten.…
de laatste scherven van geluk
gelijmd met deeltjes geduld
niet voor lang want het ruiterpad is
leeg van paarden en vol van wind
het halssnoer hangt van nek naar stuit
voeg daartoe iets van specie of cement
roer de dagen door de weken
en zie, de ziel zal breken
het licht zondert de schaduw
ver vanaf mijn reikwijdte, draagt
de molensteen…
Haar gebruinde dijen verdwenen
in een bloemige zomerjurk
en transformeerden zich hogerop
tot een getaande borsthuid
in een nonchalant decolleté
afgebiesd met sober halssnoer.
Ze ontblootte een rij pareltanden
onder een delicaat wipneusje
en duizend-woorden-sprekende ogen
Eén meter vijfenzestig knuffelgehalte, schatte ik.…
Ze stelen zijn zegelringen, halssnoeren.
smelten ze bij de bonkige smid.
De keizer wil de bronzen klok horen,
Want zijn vader wordt wat kinds en doof.
Elke avond test hij de tien grendels van de schatkist
op de roofzucht van een rebellenmacht.
2 maagden schonk de slaaf aan de botergeile keizer.…