Wanhoopsdaad.
netgedicht
Woeste golven slaan over de kop van de
havenpier, zijn fraaie kostuum is reeds
doorweekt van ‘t zeewater. Hij is een
vreemdeling, duidelijk niet van hier.
Zijn hoofd wat gebogen, de ogen betraand,
handen omhoog geheven.
Alsof hij hulp van boven aanroept voor
zijn daad, terwijl zijn lichaam staat te beven.…