rebellen
plunderen
piraten
kindsoldaten
stokken, speren, machetes
dansen door de straten
stoffig
heeroom, waarom heeft u
mij verlaten
een dikkop profiteert
van westers onvermogen,
negers dansen
in alle staten
duister werelddeel,
melkflescapsule
heeft niet geholpen…
De gordijnen tegen het winterlicht
Gesloten voor het godsdienstonderricht
En vanachter mijn schoolbank staar ik strak
Naar een heeroom in terlenkapak
Die ons met zijn toverlantaarn
Tropische binnenlanden laat ervaren
Van Indianenkinderen in regenwouden
En zonder mijn pas in te houden
Door de straten van een winterse woonwijk
Met de slingerlianen…
zei Heeroom; biecht terdege.
Gij zijt een oude gek, zei Trijn, zo g’ ernstig vraagt,
Alsof gij ’t niet en wist, wat dat een jonge maagd
Met een mooi knechtje doen, tezaam in ’t hooi gelegen.…
na de grote slag eten we gehakt
gekscherende de schedel afgezet en in de jonge schoten
gezet gelijk de geest met de broek open
en we stromen vol bier dat schuimt op de lippen
denken er niet aan een brief te schrijven naar moeder
naar heeroom naar de kardinaal generaal geen kettingbrief
op kringlooppapier waarin woorden ons doodsteken
in de rug…
Heeroom, denk je, is wat kippig, hij zal hier ons niet zien,
Neen, apen, tot zelfs in de kroeg kan ik jelui wel bespiên.
Of dacht je niet, dat ik het wist, dat je bij dagen en nachten
Aan het spel je verslaaft?…