ik nestel mij in de schepping
de luwte van de morgenzon
waarin ik voel, hoe ook zij
worstelt in het oneindige
zo tussen het grauw
wil stralen in het blauw
boomtakken zwiepen in kaalheid
gelijk een opgevoerd dansstuk
strooien bladeren rond als confetti
grote bonte vlokken
een kleurig herfstfeest
toch raakt de glans mij nog het meest…
De zomerkoningin zal straks
na het herfstfeest tijdelijk iets van haar
vruchtbaarheid verliezen tot het volgend jaar;
kleurt nog eenmaal met haar fruitoogst vele
tafels zonder enig bezwaar. Om daarna met haar
vuurvogel naar een goudkleurige einder op te
stijgen; waarop de herfstkoningin nu opnieuw
haar kans zal krijgen.…