Ik geniet van de vele kleuren
’t Is weer herfst in het bos
En rottend blad geeft typische geuren
Evenals de paddenstoelen in het mos
Bladeren warrelen als sneeuwbui neer
Bedekken met kleurrijke lopers de paden
Eekhoorns scharrelen druk heen en weer
Om hun voorraden weer aan te laden
Ergens burrelt een bronstig hert
Roept zijn roedel…
Ze wandelt aan de zoom
van herfst naar winter toe ,
gedrengt, verdronken en volgezogen
wonderlijk gestild door parelende herfstschoonheid van klamme kilte
in tijd en ijltempo voorbijgevlogen .…
Ik denk aan U, als de eerste bladeren dalen,
En 't Herfstschoon, willoos, langs de wegen zwerft,
De najaarsnevelen 't zwakke licht vervalen
Van zilvren zon, die met de middag sterft.…
Of moet het zijn,
Dat ik verkwijn,
Als 't herfstschoon der natuur;
Dan, Schepper, zij,
Dit najaarstij
Ook mij ten stervensuur!
Wat me ook verbeidt,
't Is zaligheid,
In U getroost te zijn!
't Schudt, dag en nacht,
Het sterfbed zacht,
En rooft de dood haar pijn.
------------------------------------
uit: Lente en Herfst (1842)…