Hersenspinnen kruipen daar driftig rond.
Angsten bewaar ik er in afgesloten flessen.
Er wachten kisten vol ongeleerde lessen.
Kelders zijn donker en heel erg ongezond.
Toch wordt ooit ons levenshuis weer schoon.
En, wie weet, na al dat pijnlijk zwoegen,
is herboren worden ons welverdiende loon.…
Hersenspinnen draaiden draf, loefden, haakten, sloven, sleten,
Knarsten, knoopten, knipten kaf, om kadavers te vergeten.
Bergwaarts braken beetjes brein, doorkliefden graag zijn lach.
‘Haakse slijpers meanderden uit de bocht’, was dit nu wat hij zocht?
Hij stopte met kijken naar deze ijle lucht.…