Leonoor, mijn lieve licht,
Voor uw oog de zonne zwicht
Met haar blonde stralen,
Die gans niet, in mijn gezicht*,
Bij zijn glorie halen.
Vonken, foelie* aan die git*,
Gitjes met uw gouden pit,
Bliksemt niet zoo fellijk
Dat het hart, dat u aanbidt,
Te eenemaal verwellek'.
Lieve Leonoor, gij moordt,
't Harte dat u toebehoort,
Met die…
waar mensen
mekaar rustig kunnen ontmoeten
bij een déjeuner sur l'herbe
terwijl merels
mekaar het hofmaken
met frivole liefdesdeuntjes.
waar tederheid troef is
en zachtheid elke dag opnieuw
soloslim speelt.…