het minderwaardigheidscomplex
netgedicht
als behang met ogen weten we alles
van de jochies die nu mannen zijn,
waar onze vingertoppen overheen willen glijden.
wisten we eerder niet hoe we zwelgen in hun lach?
hoe we kijken door onze wimperharen
naar het irreële slag?
op geeltjes zingen we hen hymnen toe,
naast een bord vol fastfoodzwijn.
en ’s avonds ontpoppen we de wijn…