De Kneet
hij reed
door geen levende ziel daartoe aangespoord
zich die dag compleet leeg in een najaarsklassieker.
Zijn uitzicht op winst werd echter ruw verstoord
hemelwaarts sprintte Van Gogh onvoorzien veel kwieker.…
Pas in de verste verte ligt het eind
dat zo vaak veel te tijdig wordt bereikt,
want plots een steek, besef, de Kneet bezwijkt
net als hij met zijn vrienden lekker treint
In één seconde komt alles voorbij:
Parijs, de gele truien, valpartijen,
het wereldkampioenschap, de kasseien,
de stratenmaker was een echte kei
Zijn vindingrijke tong zat…
Op de dag dat iemand stak en schoot en sneed
En een ander weer een opponent versloeg
Kwam temidden van een kleine wielerploeg
Een einde aan het leven van De Kneet
Door toedoen van het onvoorspelbaar lot
En niet door weer een zelfbenoemde God…
Wat zijn er weer veel mensen tien jaar dood
Hun levenslopen worden doorgenomen
Dat zat er vanzelfsprekend aan te komen
Daar elke sterfdag tot ‘n mijlpaal noodt
Zo dient voor prominenten het creperen
Als opmaat voor geregeld jubileren…