'k Mag graag in 't kneppelhout verwijlen,
waar kneuters door mijn knoken zeilen.
Daar kust mijn krats,
daar rust mijn frats
van 't snorren van de domme dagen,
van 't porren van de veile vlagen.
In 't kneppelhout is zonneschijn,
daar waar de kneuters zijn.…
zie mijn pink
aangevoerd door
de kleine nagel
als schild
terwijl mijn
geringste teen,
in deze, ter
rechter zijde,
ook wel de
minste vinger
aan mijn voet,
kneuterig is te noemen
en door verwijdering
van een eksteroog
genadeloos gevild…
er is iets
dat ons kleiner maakt
tot een knus en
bijna kneuterig formaat
geen kale ruimte
om in te verdwijnen
wel licht in elkaars ogen
laten schijnen
een warm contact
van raken
het intieme fluisteren
van samen praten
wij moeten ons steeds
groot en staande houden
maar zonder die decors
hunkeren wij naar zielsvertrouwen…
Bij eerste lezing zag ik in de ouderwets traditionele
oerfriese oubolligheden
een eenheidsworst van kneuterige ijsbaantent
met koek-en-zopie
in de weidse vlakten tussen Tjeukemeer en Bartlehiem
Doch bij nader inzien bleek het een reïncarnatie
van Eise Eisinga met doorlopers,
en IJ in plaats van Ei
in de persoon van Maarten…
Ook iemand met een vis- of- groetenwinkel
Die noem je boer al is hij dan geen kinkel
Boert iemand op de hei dan is hij kneuter
Is zijn bedoening klein dan heet ie keuter.
Natuurlijk is er nog de akkerbouwer
En rondom Barneveld de pluimveehouwer
Doch boert men enkel maar voor zijn plezier
Dan spreekt je niet van boer maar van tuinier.…
we zitten kneuterig samen
lachen vreugdewolkjes
om de wiebel van mijn stoel
op de leuning ligt jouw jas
broodjes rusten in een mandje
tussen roomboter, jamsmaakjes
espresso met een hemelsgeurtje
een bloemenboeketje in een glas
kruimelmonden zoenen
musjes dansen rondjes
als scharrelende mee-eters
langs onze schoenen
ik wil mezelf…
Ik moet er niet van weten, van die zuidse vrouwenzielen,
die, voelend het noodlottig leed hun longeren vernielen,
te midden het ontbladeren van de bomen kneuteren gaan
dat 't jammer is van hen en van hun lief en van de blaân.
Zijt gij het die ik rochelen voel hier rond mijn hert, vernieling?
Zijt gij het?…