Mistflarden besluipen ze en sloopt
ze tot aan de magere tenen in het
griend,in een andere vingerzetting
komt de botte bast tot groei en
opeens staan ze er weer als een
oude vriend, naast de statige
kurassen van de slome beuk en
de drukke eik, beneveling snelt
door hun trotse tooien en komen
de stille graven weer tot bloei.…
Hij wist niet beter
Of deze dag was
Voor Hem geschapen,
Een dag van de aarde,
Maar zo geheven
Boven het aardgedoe,
Dat alle wandelaars
En lange slierten
Van wielen berijdende
Knapen in gele
Kurassen van de trompetbloem
Hem schenen gezien als uit hoge hemel,
Klein en ver door de slingerende wegen
Van 't landschap, - boden
Van de éne tijding…