8 resultaten.
De bie en de roos.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 625 En zie, voor 't einde van de dag
Viel 't roosje neer; maar, als 't daar lag,
Herdacht het stil de honigschat,
Eens in haar geurge schoot bevat,
Die mogelijk in ziekte en pijn
De mens tot laafnis zoude zijn.…
Helmkruid.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 335 Schoon 't koele nat
Uw dorre sprieten
Omspat;
Moogt gij geen laafnis toch genieten,
Verschrompeld blad!
Vaak sterven wij
In hooploos smachten,
Als Gij: -
En 't doel van hopen en van trachten
Lag zo nabij!…
De pottenbakker
poëzie
3.3 met 7 stemmen 1.939 Want geen kan liefdes laafnis brengen,
Die zelf niet, dervend, durft verzengen.…
De beste medicijn
poëzie
2.7 met 15 stemmen 2.160 Weldra zat moeder naast mij neer,
Die troost en laafnis bracht.
Zij hield mijn gloeiend handje vast,
En bood mij koele drank,
En bad voor mij, bij leed en last;
Mijn hart werd minder krank.
Ik sliep, ontwaakte zonder pijn,
Met d'eerste morgengroet,
En dacht: ‘Geen beter medicijn,
Dan moederliefde en moed.’…
Lente
poëzie
2.6 met 5 stemmen 2.321 Zijn 't nu mijn harte-knoppen, die daar breken,
In weelde ùitstromend, bij het laafnis-leken
Van 't warme licht, rein heiligend gespreid?
Dat vreemd bedwelmen... zijn 't mijn harte-aromen?...
Is 't àl een toversproke, in lichte dromen
Eens stil gedroomd als wondre werklijkheid?...…
IS HET WAKEN, IS HET DROMEN
poëzie
3.4 met 5 stemmen 1.831 Koele schaduw moest ik zoeken,
Waar het koortsig vuur des harten
Laafnis vond en tevens voedsel
Ter genezing warer smarten.…
De slaap
poëzie
4.0 met 2 stemmen 2.846 De boze keer'
Naar 't rustbed weer,
Dat hem der wroegings spokenheer
Des morgens deed ontvlieden;
Al heeft hij aanzien, schat en macht,
De slaap, waarnaar hij rustloos smacht,
Wil hem geen laafnis bieden.
Ja, troosteres
En rampvoogdes!…
De bijen op de boekweit
poëzie
4.3 met 3 stemmen 497 Wat 's kleur van 't paneel bij de vuurglans, die wiegelt
Op 't water, wanneer er de maan zich in spiegelt
En wat ooit de scheikunst te mengen bestond,
Om 't fijne verhemelt' des mensen te strelen,
Om wellust te plengen in d' opene mond,
Om vreugde des harten voor laafnis te delen;
Nog nooit schiep de onmachtige een korrelke graan…