Want zij, wier lijkbaar dragers vindt
Die al haar dagen
In 't harte dragen,
Eenvoudig was zij als een kind.
En de enkele krans, ten uitgelei'
De dood verbloemend, -
De dode roemend, -
In 't sterfhuis zelf verwelke hij.
Uit dorre krans zal met een lach
Haar beeltnis neerzien;
Voor ONS dat weerzien -
Voor HAAR nu Rust of Nieuwe Dag!…