half verscholen
in de lindeboom
plukt een oude man
lindebloesem
voor eigen gebruik
het verhaal gaat
dat je bij intensief gebruik
gezond oud kunt worden…
Zij vraagt om koekjes bij
een kopje lindebloesem thee
meer hoeft het niet te zijn
haar smaak ontwikkelt zich
De zon schijnt voor haar
de zee wil haar dragen
sterren stralen en de maan
is een huis voor haar naam…
Hoe brengt die lindebloesemgeur ineens
weer heel mijn kindertijd naar boven?
Ik kan het zelf maar nauwelijks geloven
maar 'k voel de tinteling tot in mijn hart.
Hoe blij kon ik toen zijn om zonnestralen
die door het bladerdak hun weg gevonden
hadden en op het warme pad hun tekeningen
schreven die ik echt kon lezen?
Waar is die tijd naartoe…
Het is tijd, geen kasjmier
meer, geen zijde, zachte
vachten en vanillelakens
niet mijn bloed laten koken
in een waterval met duizend
vingers koudvuur op mijn huid
maar onder zoete zoemende
lindebloesems echt kussen
achter wuivende gordijnen
samen verdwijnen
in een grenzeloos lichaam
dat niet langer bloedt
van verlangen
een kind…
dans met mij
rond bomen in de bongerd
hou me stevig vast
ik wil niet vallen
zoals een appel van zijn tak
dans met mij
tussen vogels op het plein
proef me hier en nu
onder een zomerregen
van roomwitte lindebloesems
dans met mij
tot de laatste zwaluw vlucht…
Wat is dat toch met die geur van de linde
die mij ieder jaar weer terugbrengt naar
de tijd toen ik klein was en onbezorgd.
Alsof ik iets gedronken heb wat ik niet
kan beschrijven: iets wat bedwelmt en verrukt,
dat euforisch stemt en diep opgeborgen
herinneringen doet ontwaken. Ik hoor de stem
van mijn moeder en het gezang van verre vogels…
mengsel van
zout en water
zij huilt de hemel omlaag
zij denkt niet aan later
Over de sloten en weilanden
hangt de ochtendmist nog traag
de wind aarzelt heel even
Het meisje Traan
het valt omlaag
een mengsel van
zout en water
zij huilt de hemel omlaag
zij denkt niet aan later
Het water pruttelt in de ketel
zij giet het op in de pot
lindebloesem…