Ik kruip met mijn laatste krachten
door de modderige loopgraven, terwijl
ik bevend en wit weggetrokken langs
een kameraad ga, die het niet heeft
overleefd. Ik kijk in mijn eigen ogen
van vroeger. Langzaam duw ik de oogleden
naar beneden. Ik tijger nog een mijl,
totdat ik in de armen van een non verwijl.
Zij brengt mij zorgzaam naar de ziekenboeg…
Ik heb hem neergeschoten,
en het moest Een van ons zijn!
"Het was hij of ik.
Er kon niets aan gedaan worden,'
en niemand kan Mij dat kwalijk nemen,
want jij zou hetzelfde doen.…
Iets dieper graag, die woorden over hem, hij
zit niet voor Jan Doedel onder zwaar geschut,
in de loopgravenoorlog van een harem geverfde
muzen uit de Hollandse klei. Zijn donkere stem
uit het binnenste der aarde (ik ben er nooit
geweest, maar men zegt dat het er heet is, ach,
men zegt zoveel!)…