Regen, regen, van de hemel
't Ledig luchtland tot aan de aarde
Vullend met het lichtgewemel
Uwer zilvren leliegaarde.
Stortend vluchtig nand vermengend
Met de bindkracht van uw zegen,
Zode en zaad een heildronk plengend,
Dat bet groen wordt langs de wegen,
0, ik hoor U over 't water
Fijne maliënkolders klinken
En, een sprookjesrijke…
Het begint te regenen.
Ik luister.
Druppels zie ik in de stilte vallen.
Van blad naar blad.
Van versnelde zomerbloem,
naar vertraagde lenteknop.
Ik luister naar een nietig wonder.
Het is schitterend om te zien.
Mijn hart springt op.…
Kracht en broosheid tekent,
een halo rond haar zonneogen
tranen uit haar licht
ontsnapt als meiregen
beneden lijkt alles
nog onbewogen in de
droge grond, evenwicht in
een onbedorven landschap.…
Pijn als meiregen die maakt dat je
groter wordt dan het jongetje, onwelkom
bij verjaardag klasgenoot = boerenzoon,
wegrennend: niet janken, niet janken……