Waar is dat blozend rood geweken,
Dat aangename rozenbloed,
't Geen eedle zielen kon ontsteken,
Om uwe waarde, in minnegloed?
Waar vliegt dat heen met zulk een spoed?
Maar 't geen zo haastig werd benomen,
Of ik bedrieg mij in mijn waan,
Kan ook zo haastig wederkomen.…
Een diep bedroefde mannenstoet
gaat lang gejast en hoog gehoed
met een door rouw bezwaard gemoed
de Lievevrouwebedstrolaan
en komt zo na een poosje aan
op ’t oude kerkhof ~Knokendoos~
voor ’t brengen van de laatste groet
aan hun geliefde Wulpse Jaan,
voor kort nog vol van minnegloed
maar sinds vier dagen levenloos
wat alle mannen bidden…