de brullende draak
netgedicht
zijn muil wijd open gesperd, de ogen
diepliggend in het karkas dat leeft
en wordt gevreesd, de aarde schudt
haar reeds tot hol geworden buik
leeggezogen en onthutst schreit
moeder Gaya, er is niemand
die haar troost, de draak heeft
haar genomen met zijn diep gebrul
niemand die haar temt, in de boeien slaat
of haar woede verstaat
hij…