mijn verhakkeld ik
een hoop opeengesmeten planken
de nagels steken roestig uit
en toch
in gedachten nog
jeugdig pezig onvermoeibaar
de steile hellingen op verend
of
verjongd gezuiverd zorgenloos
mijn zee langs gaand
maar ook
de leeggeslagen mondholte
met klemmende prothesen opvullend
of
kijkend naar mijn kleinkindje mijn hemelkindje…
Hij gaapte een exit in de vergadering
alle blikken vielen in zijn mond
de voorzitter zocht nog een uitweg
als was het een cul-de-sac dito kopspoor
of een soortement suffix
en zette nog een tandje bij
om te kunnen afronden en te sluiten die keet…
Iets van mondholte, ik verlangde naar
waar taal aan vertering mag beginnen,
rijk literair speeksel kan inwerken, ofschoon
biologische realiteiten soms afbreuk doen.
Hoe woorden mijn wereld bouwden, omzetten.
Afstanden onverwachte waarheden schiepen,
visueel en verbaal beelden tot stand kwamen.
Ik kon voelen zonder een tastbare aanraking.…