Zoals de geur
van nardus,
vergoten door de
Messiaanse bruid,
zo bent U mij nabij.
Zoals de Zoon
voor zijn begrafenis
in ’t voordeel
van Maria zei:
Mij hebt ge niet altijd…
zolang de Koning
aan zijn tafel is gezeten
verspreidt de nardus
mij zijn geur
totdat Hij komt!
Naar Johannes 12 : 8 en Hooglied 1 : 12…
Noem mij Maria
al ben ik niet als mijn naamgenoot
een zedige vrouw
ja zelfs de onbevlekte maagd
dat zijn jullie woorden
waarom mijn naam verguizen
door mijn lange haren
die zijn tranen drogen
door mijn lippen die
voeten kusten of zelfs
de nardusmirre waarmee ik balsemde
Noem mij gewoon Maria
zonder de steen
voor mijn voeten te gooien…
Dit vocht geneest ons van alle kwalen,
kostbaarder dan nardusmirre, geestelijk goud,
het zal de oude wonden niet openhalen
en de grootste toverdokters zijn ermee vertrouwd.…