De duimschroef is met vreugde aangedraaid
Met liefde is de elleboog gegeven
De knietjes worden bliksemsnel geheven
De beentjes met een rottrap weggemaaid
De oorlel suist, de pijnbank staat paraat
De nekklem echter is een halsmisdaad…
gezien de omstandigheid
waarnaar je vroeg, of we
na onze dood afval zijn, je
antwoordde uit mijn naam
we groetten elkaar zonder
te omschrijven, waardoor
avond op misverstand leek
en niets rijmde met elkaar
of alles weer goedkomt met
hier en daar nog een pijntje
uit het lichaam dat de geest
in een nekklem wil omhelzen…