Zei neuswijs: 'Maar,wat doet gij daar,
gij meiskes alle bei?
Wat doet gij daar gij blond van haar,
gij meiskes, in de Mei?'
En 't ene van de meiskes zei:
'Wel here, zo ge ziet
wij zitten hier, wij zitten,hei!…
De Dichter is een neuswijs kind,
dat Leven zoekt waar 't niemand vindt.
Hij spreekt met bergen, maan en zon
alsof dat alles leven kon.
De Dood zelf lijkt hem een bedrog,
zelfs dáárin speurt hij 't leven nog.
Maar de Natuurgeleerde
doet juist het omgekeerde.…
Haastig, komt altoos te vroeg,
Neuswijs, zal het minste weten,
Dom, heeft altijd wat vergeten,
Langzaam, komt nooit tijds genoeg....
Kies dus steeds de rechte boeg!…
Die mij hier voor neuswijs beschimpt,
Of lastert trots met lust,
Die doet nog goed, al luidt het vreemd,
Want t’wijl dat hij mijn eer beneemt,
Zo heeft een ander rust.…