veel, ze kan geven
wel, zie het lichte sneven
van al dat kwijnende levende stervende opflikkerend licht
en daar midde' in haar gezicht
zie je het wel, zie je het wel -
hoe licht hoe wit hoe goud hoe schel,
hoe kunnen we het toch verdragen
van ochtend tot avonddage,
kom weer, kom bij me weer
gij mijn lieve, mijn lieve, lieve, lieve ogenbegeer…
veel, ze kan geven
wel, zie het lichte sneven
van al dat kwijnende levende stervende opflikkerend licht,
en daar midden in haar gezicht,
zie je het wel, zie je het wel,
hoe licht hoe wit hoe goud hoe schel,
hoe kunnen we 't toch verdragen
van ochtend tot avonddage,
kom weer, kom bij mij weer
gij mijn lieve, mijn lieve, lieve, lieve ogenbegeer…