Hoe voelt het
om een bont laken te zijn
gewikkeld in een onbegeerd lichaam ?
Hoe voelt het
om de hemeling te zijn
onbedekt en voor een roofdier geworpen?
Hoe voelt het
om jou, de verstotene,
te zijn ?…
gewaaide bomen komen tot inkeer
Hier waar de klok niet meer verder wilt tikken
Hier vind je geen hoop… geen dromen
Straten worden versierd door rondslingerend afval
Maar nergens insecten die er op afkomen
Want hier sterven zelfs iemands herinneringen uit
Hier wordt het woord liefde verkeerd gespeld
Mistige ogen nemen de koude wereld onbegeerd…
Hij weet ’t niet, maar is een der onbegeerden,
die egoïstisch worden en jaloers.
Ze suggereren dat hen niets ontbeerde,
en zijn verlegen, links, en lichtelijk boers.
Hij stopt zich vol met kool en wienerschnitzel,
en drinkt zijn kop niet rozig, maar grauwblauw.…
regen
door gebroken ramen valt
sigaretten gaten hebben gebrand
in dromen zo dronken
en waardeloos
verdomme
whiskey droog
en liefde loos krijst
uit getande monden
halleluja
kogels genadeloos
de door God verlaten mensen doorboren
en bedelven onder bagger en puin
misgeprezen
ligt verloren bonhomie
in blinde staar
van hun onbegeerde…
En onze deernis en ons medelijden
Strekt tevergeefs de zegenmilde hand
Naar dit hun onbegeerd geduld geleide
En keert in de oprechte stand
Van trouwbevochten nimmermeer te delen
Geluk tot delen altijd weer gereed,
Dat hier voorbijgaat langs de duistre velen
Als onuitspreeklijk godlijk leed.…
En onze deernis en ons medelijden
Strekt tevergeefs de zegenmilde hand
Naar dit hun onbegeerd geduld geleide
En keert in de oprechte stand
Van trouwbevochte nimmermeer te delen
Geluk tot delen altijd weer gereed,
Dat hier voorbijgaat langs de duistre velen
Als onuitspreeklijk godlijk leed.…