een gehavende maaltijd aan onterechte monden besteed,
als altijd tijdelijk
met het karakter van volharden
werkelijk, vraagt iemand zich af, ditmaal ontstervend tegen de gewoonte in,
zonder ook daarmee in routine te vervallen, zoals een stoel ter hoogte van
een tafel biedt dit perspectief op een onvolledig samenzijn.…
(de teruggekeerde peinst:)
Het hart van Moeder kan ons nooit ontsterven,
Want ’t is ontfermend als Gods grote hart.
Hóe men haar liefde wonde en treitrend tart,
Ze ontvangt vergevend na het woeste zwerven.
En geen verwijten, want het vuns bederven
Van ziel en ogen is opeens gestuit.…
Vergeef! verlangen, aards en heerlijk,
Dat plotsling aan de ziel ontsprong,
Een jong begeren, maakte jong,
En hield zijn glans, ook toen het deerlijk
Besef ons met ontzetting sloeg,
Dat wie de hemel wil verwerven
Zijn liefste afgod moet ontstèrven,
Zelfs als hij hem ten vure droeg.
3/4-12-1933…
‘Ik heb gezien een smartelijk begeven,
ontsterven al achter de buitenschijn,
verlatenheid en een hooghartig streven
eenzamer dan de eenzame te zijn.’
Gij hebt geluisterd naar de taal
van mijn gedachten; wat de velen
in kronkelzinnen dicht verhelen,
werd u verstaanbaar deze maal.…