in de namiddag waar gisteren
haar glans verniste met het grijs
van afschuw verviel mijn zijn
in de afgrond waar zwavel
en vuur elkander omarmden
onwetend van mijn eigen ik
bracht de macht van de duivel
de uitwasemingen van de hel
in het lichaam dat mij dan
tóch toebehoorde?
uren van een overvloed aan
zilt kwijl en geschreeuw maakten…