er blijft van ons
niet zoveel over
maar hopelijk
is er altijd iemand
die het hoort
hoe jij preludes
voor de eeuwigheid
op het klavier
hebt uitgestrooid…
jij bloeide muziek
mijn lieflijke
vergeet-me-niet
ik hoorde je groeien
in de border
van mijn tuin
jouw groene
preludes wiegden
harmonieus samenzijn
ik zong in het
ondergaan van zon
mijn kleine aria’s
jij knopte
tonen tot liefde
kleurde refrein
ons afscheid
was stilte met
de melodie van pijn…
je hand
slankt vingers in
muzikale boventonen
je touché voelt als
een goddelijk onderkomen
snaart direct
in een finaal akkoord
na langzame préludes
raak je een hemel de
zevende heb ik gehoord
nu sta ik aan de poort
vraag petrus om ontsluiten
hij laat ons niet buiten
weet dat ik met jou het paradijs
en het hiernamaals heb gescoord…
in jouw
nabijheid
klonk muziek
in alles wat
de kleur van
beweging maakte
smaakte een
kleine melodie
die symfonisch
harmonieerde
met andere klanken
van diverse kanten
lichte tonen
komen uit
het mimisch
gedeelte de wat
gedragen stukken
uit lichaamstaal
niet ieder kan
meteen de partituur
lezen om preludes
een goed aandeel…
parfum
dat ik ooit rook in Leningrad
het is de dag voelen in een zachte
zwoele schemer
zonder dat ik het licht verlaat
naakt is dan ook de werkelijkheid
die na verloop van tijd
het vlies van de ogen
afneemt en mij teruggeleidt
naar de rusteloze onmaakbaarheid
zo drijf ik op de "études",
eigen aan mijn ritme
het is uitzien naar preludes…
Ze gaat op zomervoeten
haar handen spelen door
op de préludes van Chopin
en in haar hoofd
sluipt heimwee binnen
naar het verre land
van blije kinderzomers
hoe zuiver is
de geur van dorstig-
droge dennebomen
en blauwe bessenstruiken
dauwbedekt
hoort bij het langzame ontwaken
de koer van houtduif
heen en ook weer terug
door oma's stille…
krioelden, tegen wolken hun
verhaal vertelden, spottend
soms uiteen spatten, bellen
vormend in de slootkant vielen
als ze liep naar de slaapkamer
met de handdoeken op haar
arm, even draaide op ‘only time’
van Enya, het haar quasi omsloeg
blote voeten stempelde, lachte
golfjes van geluk zijn het nog
trillende lippen en rondzingende
préludes…
herhalen
van ondertonen
die verhalen van liefde die verloren is
en door de melodie klinkt al maar meer
de roep van kom toch weer
o kom toch weer
van hoop naar wanhoop
en van boosheid naar de rust
gaat het gevoel steeds heen en weer
en in mijn eigen muzikale kleur
ga ik dan mee
door dissonanten in majeur
naar vrede in mineur
Chopin- Préludes…